π Het traceroute Commando in Linux¶
In deze handleiding leer je hoe je traceroute gebruikt op een Linux-systeem.
Het commando traceroute wordt gebruikt om het pad van netwerkpakketten van jouw systeem naar een externe host of IP-adres te volgen.
Het is een essentieel hulpmiddel voor netwerkdiagnose en foutopsporing.
Achtergrondinformatie
Het commando traceroute is beschikbaar op de meeste Linux-distributies, maar wordt soms apart geΓ―nstalleerd.
- Het toont alle routers (hops) waar pakketten doorheen gaan voordat ze hun bestemming bereiken.
- Handig bij het identificeren van netwerkproblemen, vertragingen of packet loss.
traceroutegebruikt standaard UDP-pakketten, maar kan ook ICMP of TCP gebruiken.
Controleren of traceroute aanwezig is¶
Controleer de aanwezigheid en versie van traceroute:
βοΈ Installeren van traceroute¶
Het commando traceroute is meestal niet standaard geΓ―nstalleerd, maar kan eenvoudig worden toegevoegd:
Installatie op Debian/Ubuntu:
Hieronder vind je enkele veelgebruikte voorbeelden van traceroute:
traceroute example.comβ Volg het netwerkpad naar example.comtraceroute 8.8.8.8β Volg het netwerkpad naar een IP-adrestraceroute -n example.comβ Toon alleen IP-adressen, geen hostnamen
traceroute -I example.comβ Gebruik ICMP echo-pakkettentraceroute -T example.comβ Gebruik TCP SYN-pakkettentraceroute -m 20 example.comβ Stel het maximaal aantal hops in op 20traceroute -p 33434 example.comβ Stel de startpoort in (voor UDP)
traceroute heeft geen configuratiebestanden.
Het commando gebruikt standaard netwerkinstellingen van het systeem.
traceroute schrijft zelf geen logs.
Je kunt de output wel omleiden naar een bestand:
Updaten van traceroute¶
Update het pakket via de pakketmanager:
Verwijderen van traceroute¶
Als je traceroute niet meer nodig hebt, kun je het verwijderen:
π Handleiding¶
De ingebouwde handleiding is beschikbaar via: